In Fab: ‘Mijn dochter is de dupe van mijn anorexia’

Fab

‘Mijn dochter is de dupe van mijn anorexia’

Niemand weet dat ze sinds haar pubertijd anorexia heeft. Nu haar vijftienjarige dochter ook een eetstoornis heeft en haar daarom niet meer wil zien, kan Marieke Simonis (41) niet anders dan haar ziekte eindelijk aanpakken.

Door Chantal van Wees

“Ik was vroeger een zonnekind, blij met mezelf en het leven. Voor de buitenwereld ben ik dat altijd gebleven, mijn eetprobleem heb ik tot voor kort goed verborgen weten te houden. Het ontstond in mijn puberteit

In tegenstelling tot vriendinnetjes, vond ik het helemaal niet leuk om heupen en borsten te krijgen. De eerste keer dat jongens in het zwembad naar me keken, vond ik verschrikkelijk. Ik zou nooit meer one of the boys zijn omdat mijn lichaam veranderde.

Mijn moeder heeft er ook een aandeel in gehad. Toen ik haar vroeg of ik op balletles mocht, antwoordde ze: ‘Met jouw voeten? Dat kan helemaal niet.’ Ze benaderde mij altijd negatief. Toch was zij geen slecht mens, eerder veeleisend en onsubtiel. Als reactie besloot ik de beste danseres ter wereld te worden.

Hoe beter ik danste, hoe meer ik me stoorde aan mijn rondingen. Dus begon ik meer te trainen en minder te eten. Ik kocht een zweetbroek waarin ik hardliep, ook hartje zomer. Ik viel af, maar te weinig vond ik. Maaltijden overslaan was zwaar maar voelde ook prettig. Je wordt er suf van en scherp tegelijk. En het geeft je een gevoel van controle.

Mijn ouders hadden niets door. De balletlessen waren rond zes uur, ik kon zonder problemen het avondeten overslaan. Ik sloeg met een boterham op een bord zodat er kruimels oplagen en het leek of ik had gegeten. Op school gingen mijn boterhammenzakjes meteen de vuilnisbak in. Klasgenootjes begonnen opmerkingen te maken over mijn gewichtsafname. Maar wat wisten zij daar nou van? Ik vond hen doelloos en kinderachtig.

Wel begon ik dikke truien over elkaar te dragen, zodat het minder opviel. Als ik in gezelschap at, had ik zo mijn trucjes. Eten in mijn mouw verstoppen, kleine hapjes nemen en daar lang op kauwen, dan lijkt het net of je meer eet én je kunt het beter uitspugen. Want daar begon ik ook mee. In het begin deed het pijn aan mijn keel, maar als je het vaker doet, gaat het snel, geluidloos en vrij hygiënisch.

Uiteindelijk was het mijn balletlerares die mij doorhad. Zonder iets te zeggen gaf ze mij een boek over een meisje dat door anorexia niet meer kon dansen en stierf. Dat was mijn redding. Van niemand anders zou ik destijds iets hebben aangenomen. Ik wilde niet dood, want dan kon ik niet meer dansen. Langzaam begon ik weer te eten, niet veel maar genoeg om te overleven.

Een paar jaar later hield mijn balletcarrière op, toen ik mijn enkelbanden scheurde. Ik was er kapot van, maar inmiddels had ik een vriendje die mijn liefde voor ballet verving. Toch bleef de angst om teveel te eten mijn leven bepalen. De buitenwereld zag een vrolijke jonge vrouw die cum laude afstudeerde, een goede baan vond, trouwde met haar jeugdliefde en een mooie dochter kreeg. Dat dit alles gepaard ging met extreem diëten, overgeven, zelfhaat en wanhoop wist niemand.

Toch kreeg ik altijd opmerkingen naar mijn hoofd, variërend van ‘jij kunt ook alles dragen’ tot ‘gratenpakhuis’. Wanneer vriendinnen hun bezorgdheid uitspraken, zei ik dat er niets aan de hand was. Complimenten, afgunst, of oprechte bezorgdheid vond ik allemaal even naar. En ik vond het ook afschuwelijke dat ik, toch een weldenkende, volwassen vrouw, loog. Maar het laatste wat ik wilde was opvallen, dat mensen zagen hoe ik echt was. Want daar kon ik zelf amper mee leven.”

DOLVERLIEFD OP DOCHTER
“Mijn zwangerschap was een lichtpunt. Dat ik zwanger kon raken, was voor mij een bevestiging dat ik eigenlijk niet ziek was. Natuurlijk at ik niet voor twee, maar ik zorgde dat ik alles binnenkreeg om het kindje in mijn buik gezond te laten zijn.

Nadat Linde geboren was, sloeg de anorexia weer toe. Ik was dolverliefd op haar, maar ook doodsbenauwd dat ik in een uitgedijde moeder zou veranderen. Achteraf gezien denk ik dat die angst dieper zat. Opeens was ik niet alleen maar verantwoordelijk voor mezelf, maar ook voor haar.

Dat mijn man uiteindelijk verliefd werd op een ander, begrijp ik wel. Ik verzon altijd excuses om hem te ontlopen. Als hij uit zijn werk thuiskwam, ging ik naar de sportschool om het eetmoment te ontvluchten en mijn lichaam af te beulen op fitnessapparaten. Als ik dan rond tien uur thuiskwam, lag hij meestal al te slapen op de bank. Hij is geen prater, maar deed hij soms pogingen om met me te bereiken. Dan vroeg hij of ik ongelukkig was, of ik daarom zo mager was en zo weinig at. Meestal gooide ik mezelf in de aanval: ‘Vind je me niet meer aantrekkelijk ofzo?!’

Uiteindelijk probeerde hij het niet eens meer, Ik voelde me eenzaam bij hem. Hij zich ook bij mij, weet ik nu. Ik herinner me hoe we gingen eten in een duur Japans restaurant en ik daar luid snikkend de wc onderspuugde. Daarna werkte ik mijn make-up bij, liep ik terug naar ons tafeltje, waarna ik weer vrolijk verder kletste. Onze relatie was een show geworden.

Na onze scheiding was ik vooral opgelucht, nu hoefde ik minder moeite te doen om het te verbergen. Het gevecht met mijn lichaam was mijn beste en enige vriend. Linde was elf toen we scheidden. Zij werd de enige constante in mijn leven van ups, downs en mooi weer spelen.

Tot ik een paar jaar geleden verliefd werd op mijn huidige vriend. René geeft me het gevoel dat ik prima ben zoals ik ben. Hij neemt me naar de film, naar het theater. Zijn vrienden hebben me in hun groep opgenomen en Linde is dol op hem. Doordat hij zo relaxed is, kan ik me beter openstellen en heb ik minder de behoefte aan controle. Maar al voelde ik me beter dan ooit, mijn eetziekte verzweeg ik ook voor hem. Tot drie maanden geleden.”

ZO MOEDER, ZO DOCHTER
“Linde was een weekend bij haar vader toen hij me belde. ‘Heb je dan niet door dat het helemaal niet goed gaat met Linde? Ze heeft eetproblemen. Ze gaat in therapie en voorlopig woont ze hier. Ze wil je niet meer te zien.’

Ik was perplex, geloofde het niet. Maar diezelfde dag kreeg ik een mailtje van haar. Ze schreef dat ze zich door mij in de steek gelaten voelde. Dat ik haar ziek heb gemaakt door mijn kritiek op haar en haar uiterlijk. Dat ze zich nooit goed genoeg voelde om mijn dochter te zijn. En dat ze mij niet meer wilde zien. Woorden die als dolken in mijn hart staken. Dat zij mij nu wegduwt, doet zo’n pijn. En hoe kon ik dit niet doorgehad hebben? Ik heb een eetprobleem, maar ik ben ook een bezorgde moeder die haar meisje het prachtigste wezen van het universum vindt.

En juist ik ken de trucs. Vooral voor haar hield ik mijn eetgewoonten goed verborgen, deed ik alsof alles me smaakte zodat zij goed zou eten. Misschien heeft ze dingen verkeerd opgevat. Als tiener interpreteerde ik mijn moeders opmerkingen ook anders dan ze bedoeld waren. We spraken de laatste tijd wel weinig. Linde trok zich terug.

Ik weet het aan het feit dat ze moest wennen aan een nieuwe man in ons leven. Dat ik niet zag hoe dun ze werd, vind ik moeilijk. Net als iedere puber was ze vrij preuts geworden, zonder kleren zag ik haar nooit meer. Mijn man kwam erachter hoe vermagerd ze was omdat hij per ongeluk de badkamer in liep. Als ik hetzelfde had gezien, zou ik toch ook aan de bel hebben getrokken? Hoe afschuwelijk ook: de verwijten die zij mij maakt, vallen in het niet bij de verwijten die ik mezelf maak.

Net op het moment dat ik het leven leuk begin te vinden, ontglipt het meest dierbare me. Ik eet geen hap meer, was het eerste wat er door mijn hoofd schoot. Maar voor het eerst in mijn leven kwam daar een andere gedachte achteraan: ik moet eten, ik moet sterk zijn voor Linde.”

LEREN PRATEN
“Waarom moest er zoiets verschrikkelijks gebeuren voordat ik dit inzicht kreeg? René is er kapot van, maar blijft sterk. Hij vroeg me wat ik van therapie vond: ‘Als Linde dat kan, dan kan jij dat ook’. Hij had gelijk.

Inmiddels heb ik een paar gesprekken gehad met een psycholoog. Praten moet, is wat ik er tot nu toe uithaal. Daarom ook dit interview. Ik moet praten, mijn gevoel leren uiten en delen wat er in mij zit. Niet alleen met mijn psycholoog of met René, maar ook met mijn ex en hopelijk met Linde. Ik wil het mijn collega’s, waar ik een goede band mee heb, kunnen vertellen. Ze noemen me altijd gekscherend Twiggy, maar ook zij hebben geen idee hoe het zit. Van haar vader hoorde ik dat Linde is aangekomen. Ze eet kleine beetjes, maar de wil om beter te worden is er.

Ik kan niet wachten tot ik haar weer in mijn armen kan sluiten. Ik wil er alles aan doen om beter te worden. Mijn gevoel gaat nog alle kanten op, het ene moment ben ik verdrietig, dan weer vol moed, dan weer bang omdat ik een totaal nieuwe weg ben ingeslagen. Ik steun op René, hij zit altijd klaar met een luisterend oor en hij houdt me, op zijn eigen lieve manier, een spiegel voor.

Ons lied is I Love You Just The Way You Are van Billie Joel. Hij zong het voor me in een karaoke bar toen we net samen waren. Als ik het niet meer trek, zing ik het in mijn hoofd.

Het is het eerste wat ik Linde zeg als ze weer contact met me wil. Ik wil dat ze weet dat ze perfect is, precies zoals ze is. Ik hoop dat ze mij ooit kan accepteren zoals ik ben. En dat ik dat uiteindelijk zelf ook kan.’

OVER ANOREXIA

• Ongeveer 5600 mensen in Nederland lijden aan anorexia nervosa.
• 90 tot 95 procent hiervan is vrouw.
• Anorexia ontstaat meestal tussen het 15de en 25ste levensjaar.
• De manier waarop anorexia zich uit, is op latere leeftijd niet anders dan op jongere leeftijd. Wel is de oorzaak vaak anders. Voor een 35-plusser zijn bijvoorbeeld een scheiding of gezinsproblemen vaak de aanleiding.
• Bij anorexia spelen genetische kwetsbaarheid én omgevingsfactoren een rol. Zo kan het gebeuren dat een moeder met erfelijke aanleg, die mee gaat lijnen met haar te dikke dochter, alsnog anorexia krijgt.
• De kans op terugval is aanzienlijk. Het wordt chronisch bij ongeveer één op de vier mensen.
• Wanneer je ouders anorexia hebben, heb je elf keer zoveel kans om het zelf ook te ontwikkelen.

Bron: Trimbos Instituut en Eric van Furth

Heb jij Anorexia?
Psycholoog Desiree van Doornik van Novarum, Centrum voor Eetstoornissen en Obesitas: “Bespreek het met je huisarts. Deze kan je doorverwijzen naar een gespecialiseerd centrum waar je hulp op maat kunt krijgen. Praat ook met iemand die je dierbaar is, die zul je nodig hebben om het gevecht aan te gaan.”

Kijk voor meer info op www.novarum.nl en www.sabn.nl van Stichting Anorexia en Boulimia Nervosa.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s